Het gaat hier om twee
schitterende bronzen beelden, de zogenaamde Krijgers van Riace, die gemaakt
werden tussen 490 en 430 v.C. De beelden zijn meer dan levensgroot, ongeveer twee
meter en komen heel reëel over.
Beide stukken zijn in de oudheid
gestrand en werden in 1972 toevallig ontdekt door een amateurduiker op ongeveer
300 meter
uit de kust van Calabrië. Het was één van Italië’s grootste archeologische
vondsten van de laatste honderd jaar.
In verband met verbouwingen van
het Museo Nazionale di Reggio Calabria
die natuurlijk uitgelopen zijn, werden beide krijgers vier jaar lang in een kelder
opgebaard. Schandalig natuurlijk en dat was zelfs teveel voor een aantal
Italiaanse top kunsthistorici die er de UNESCO over aanspraken. Dit leidde tot
een nieuw pleidooi afgelopen zomer bij de plaatselijke autoriteiten. Dat heeft
blijkbaar het gewenste effect gehad bij de Provincie Calabrië die de
noodzakelijke vijf miljoen euro’s ophoestte om het museum op te knappen om deze
krijgers weer ten toon te kunnen stellen.
Ze zijn daar in Calabrië
blijkbaar ineens wakker geschrokken want de beelden staan weer in het museum. Ze
koesteren hun bronzen krijgers anders heel erg want ze weigeren bij voorbeeld
dat er kopies van gemaakt worden. Ze mochten ook niet naar Genua voor de G8-top in 2001 en ze weigeren nu ook dat ze tijdelijk
naar Milaan verhuizen voor de
wereldtentoonstelling daar in 2015. De enige uitstap die deze unieke krijgers
gegund was vond plaats in 1981 toen ze op een triomftour door Italië trokken
met uitverkochte tentoonstellingen in Rome,
Florence en Milaan.
Archeologen zijn het er overigens
niet over eens of het nu krijgers, atleten of goden zijn. Ze hebben ook geen
naam, alleen Riace A en Riace B. Beide mannen zijn naakt; de
oudere man (Riace B) draagt een helm en de jongere (Riace A) toont zijn golvend
haar. Waarschijnlijk waren ze ooit voorzien van speer en schild. Ze zijn van
gegoten brons, maar hun oogleden en tanden zijn van zilver, hun tepels en lippen
van rood koper, en de ogen zijn gemaakt van ivoor, kalksteen en een pasta van
glas en amber.
Het
geïnvesteerde bedrag zullen ze daar in Reggio
di Calabria wel vlug terugverdienen want voor de verbouwing van het museum
trokken deze bronzen alleen al 130.000 bezoekers per jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten