Je moet er wel wat voor over hebben,
maar de oversteek naar het eilandje Mozia aan de westkust van Sicilië is
absoluut de moeite waard. Het eiland werd in 1888 opgekocht door de excentrieke
Engelsman, Joseph (Pip) Whitaker, een
amateurarcheoloog en familie van de bekende wijnhandelaars in Marsala. Vanaf 1913 heeft hij op zijn
eiland en omgeving opgravingen verricht en zijn collectie heeft hij in zijn
villa ondergebracht. Na de dood van zijn dochter is de collectie in handen van
een stichting beland en de villa is nu een museum.
Het eiland werd al in de achtste
eeuw voor Christus gekoloniseerd door de Feniciërs en de Carthagenen hebben hier
200 jaar later een stad opgericht waarvan nu nog de 2,5 kilometer lange omwalling
met twee meter dikke muren te zien is. Buiten de resten van straten en
behuizing is er ook een bijzondere Carthaagse necropool, met vooral kinderen
die blijkbaar aan hun goden geofferd werden. Getuigen hiervan zijn trouwens in
de villa te zien, een heel eigenaardige aanblik moet ik zeggen.
Het is nog duidelijk te zien dat Whitaker de hand had in deze verzameling
en sommige vondsten staan nog in hun oude vitrines en zijn nog voorzien van
handgeschreven etiketten. Het houdt het midden tussen amateur en professioneel
maar is daardoor juist heel intrigerend. Er staan dus ook een aantal opvallende
stukken tussen en ik kan er slechts een greep uit doen.
Zo zijn er bij voorbeeld
Punische (van Carthago) grafsteles uit de 6de-5de eeuw v.C., Punische terracotta
figuurtjes, een aantal dito kinderkopjes en maskers uit dezelfde periode. Een
aantal proto-Korinthische vaasjes uit de 7de eeuw v.C., allerliefste lekythoi met zeepaardjes en palmetten
uit de 5de-4de eeuw v.C., allemaal afkomstig uit de lokale graven. Uit het
naburige Lilybaeum zijn er een paar stukken mozaïekvloer te zien die uit
de Hellenistisch-Romeinse tijd dateren en een grote glazen pot met gebalsemde
resten. Opvallende, bijna modern aandoende gouden oorbellen en andere juwelen
zijn ook tentoongesteld. Verder nog veel reliëfs, allerhande onbeschilderde
potten, kannen en vazen die mij dan weer niet kunnen bekoren maar natuurlijk
wel veelal teruggaan tot de Punische overheersing, niet mis.
Het klapstuk echter staat al
meteen bij het binnenkomen: een groot marmeren beeld van een man, gekleed in
een lang geplisseerd gewaad die een zeer uitdagende houding aanneemt. Volgens
sommige deskundigen zou hij de Fenicische god Melkert uitbeelden, de hoofdgod
van Tyre,
maar volgens andere theorieën zou het gaan om een wagenmenner of een atleet of
een onbekende Carthaagse held. Deze “jongeling
van Motya" zou heel waarschijnlijk door een Griekse kunstenaar
gemaakt zijn, misschien wel door Phidias zelf rond 440 v.C. Het beeld werd gevonden op de weg naar het heiligdom en lag met
zijn gezicht naar boven, vandaar dat het wat gehavend is door het verkeer dat er
de eeuwen door overheen ging. Hoe dan ook, ik vind dit een heel sexy beeld met
de kleding die aan zijn lichaam plakt en zijn houding met de hand in de zij,
heel zelfbewust ook. Op een manier doet het me denken aan de bronzen
wagenmenner uit Delphi al is die dan wel veel meer statisch. Maar toch!
In elk geval is deze jongeling op
zich de reis naar Motya alleszins waard! Wat een geweldig stuk!