In het dal rond Göreme bevindt
zich de grootste concentratie rotskapellen en kloosters van Cappadocië,
sommige bronnen spreken van 350 kerken, andere weer van 600. De minstens 30
kerken rond Göreme alleen zijn hoofdzakelijk na de 9de eeuw
gebouwd, t.t.z. uitgehakt in het zachte vulkanische tufsteen. Dit gebied is
gepromoveerd tot Openluchtmuseum en de UNESCO heeft dit dal zelfs op de
Werelderfgoedlijst gezet – dat wil heel wat zeggen.
Eerst heb ik geen idee waar die
kerken zich wel moeten bevinden tot ik er plots vlak voor sta. Sommige gevels
zijn door weer en wind of aardbevingen vergaan zodat je eigenlijk meteen al
binnen kijkt op de verkleurde fresco’s en fijn uitgehouwen zuilen en bogen. Op
andere plaatsen moet je met een beetje enge ijzeren trap de grot in naar boven.
Dat zijn dan de verrassingen.
Als eerste bezoek ik de
Çariklı kilesi, de Kerk van de Sandaal (zo genoemd vanwege de afdruk
op een van de fresco’s), die uit het einde van de 11de/begin van de
12de eeuw dateert. Een steile trap leidt naar de vierkante nis die
toegang geeft tot de bovenste verdieping. De ruimte is niet zo groot, hoewel
aangelegd in de vorm van een Grieks kruis met booggewelven en in het midden en
in de oostelijke hoek overdekt met koepels. De wanden zijn versierd met
fresco’s van de Vier Evangelisten en verschillende heiligen. Onder de kerk ligt
een refter met een lange smalle stenen tafel geflankeerd door dito banken. Op
het plafond zijn taferelen van het Laatste Avondmaal aangebracht. Naast de
refter ligt uiteraard de keuken met nog een aantal opslagruimtes er omheen.
Iets verderop ligt de Kerk met
de Slangen, ook uit de 11de eeuw, die rijk versierd is met
taferelen uit het leven van HH. Joris, Theodorus, Constantijn en Helena. Deze
fresco’s zijn bijzonder helder en blijken onlangs gerestaureerd te zijn. De
enige verlichting komt door de deuropening en dat is waarschijnlijk ook het
beste om er voor te zorgen dat de kleuren goed bewaard blijven.
De nabijgelegen Kerk van Santa
Barbara uit het begin van de 11de eeuw dankt zijn naam aan een
fresco op de westelijke muur, dat vermoedelijk de Heilige Barbara voorstelt. Op
de centrale apsis is een zittende Christus te zien. Er zijn ook grappige
figuren zoals bv. een kip met vier poten, naar het schijnt om de
christenvervolgers op het verkeerde spoor te brengen. Onder dit tafereel zijn
St. Joris en St. Theodorus te zien die de draak doden. Het worden allemaal wel
kerken genoemd maar van formaat lijken ze meer op kapellen volgens mij.
De Kerk met de Gesp, de Tokali
Kerk, is een van de fraaiste van dit dal. Hij telt vier aparte ruimtes: de
Oude Kerk met een enkel schip en vestibule, de grotere Nieuwe Kerk, de kerk
onder de oude kerk en een kapel ten noorden van de nieuwe kerk. De oude kerk
uit de 11de eeuw met boogvormig plafond lijkt wel de ingang te zijn
naar het nieuwe gedeelte en de wanden en plafond zijn volledig beschilderd met
taferelen uit het Evangelie. De voorstellingen zijn zeer uiteenlopend, van de
Boodschap aan Maria tot de Kruisiging en Wederopstanding van Christus. De zg.
Nieuwe Kerk kan uit einde 10de eeuw maar ook uit de 13de
eeuw dateren. Bewerkte zuilen verdelen deze kerk in drie delen, en de wanden
vertonen bogen en zuilen in reliëf met daartussen ook weer taferelen van het
leven van Christus. De ondergrondse kerk en kapel ga ik niet binnen.
Te midden van dit complex, want
dat mag je dit wel noemen, prijkt de losstaande uitgeholde rotsformatie van het
Kizlarklooster. De monniken moeten ladders en steigers gebruikt hebben
om de hogere verdiepingen te bereiken.
Dat er tussen al die
feeënschoorstenen en formaties zoveel kerken te vinden zijn had ik echt niet
verwacht – een openluchtmuseum op zich.
[Klik hier om alle foto's te bekijken]
[Klik hier om alle foto's te bekijken]