Achter het hoge ijzeren hek loopt een breed pad recht naar de ingang waar de torens van een oud Omajjadenpaleis uit Qasr Al-Hayr Al-Gharbi opnieuw zijn opgebouwd en gerestaureerd. Opvallend zijn de vrouwenfiguren die hier op te zien zijn, een duidelijke aanwijzing dat het paleis uit de vroege islamtijd dateert, t.t.z. voor dat de afbeeldingen van mensen en dieren verboden werden. In de tuin staat al een indrukwekkende collectie beelden, zuilen en sarcofagen, stuk voor stuk voorproefjes van wat ons binnen te wachten staat.
Gaandeweg krijgen we een inzicht in het rijke en uiterst complexe verleden van Syrië, soms wel verwarrend omdat we door de drukte wel eens een periode moeten overslaan om er later weer op terug te keren. De hoge plafonds spelen met de echo's, niet zo leuk als de volgende groep zich ook verstaanbaar wil maken, maar we doen het er maar mee. Ik vind dit vrij vermoeiend, misschien omdat ik zelf maar weinig aanknopingspunten kan vinden, misschien door de drukte die andere groepen toeristen met zich meebrengt, of misschien gewoon omdat ik op een eerste dag er nooit helemaal bij ben – wie zal het zeggen.
Maar het museum is absoluut de moeite waard, al is het alleen maar voor de synagoog die uit Dura Europos overgebracht is, tenminste de binnenwanden en het plafond waarvan elke vierkante meter beschilderd is met taferelen van het Laatste Oordeel. Hier zien we mensen en dieren uit de oudste Bijbelse vertelling, daterend uit de tweede helft van de derde eeuw. In een aanpalende zaal staar ik vol bewondering naar een compleet paardenharnas uit de Romeinse tijd – het doet me denken aan die Chinese mummies die met jade bekleed zijn. Heel vindingrijk, vind ik dit dan weer, en heel uniek.
Buiten een uiterst rijke collectie spijkerschriften aller aard, zijn uiteraard ook veel beelden en reliëfs uit Soemerische, Griekse, Romeinse en Byzantijnse tijd te bewonderen. Tom geeft ons een breedvoerige uitleg over het spijkerschrift. Interessant vind ik wel om nu te weten dat dit van rechts naar links geschreven werd en dat de “spijkers” onder horizontale lijntjes kwamen te hangen. Zo een tablet werd dus volgeschreven en eenmaal onder aan gekomen, ging men verder op de smalle zijkant waarna het tablet omgeklonken werd en men zo verder schreef – dus niet zoals bij ons dat we het blad omdraaien. Als het spijkerschrift in kolommen gebruikt werd, vulde men ook eerst de rechter kolom, daarna de volgende, enz. maar aan de achterkant liepen de kolommen juist in de andere richting. Eigenaardig hé?
Verder liggen er uiteraard een aantal juwelen en geldstukken, met o.a. dat van een jeugdige Alexander de Grote nog wel. En dan te bedenken dat ik hier niet mag fotograferen! Wat erg! Ik vergaap me vooraal aan de grote muurschildering uit Dura Europos waar heren, waarschijnlijk priesters, met Frygische mutsen op staan. De conditie van dit fresco en de kleuren zijn zo vreselijk levendig dat het lijkt alsof het pas geschilderd is. Ook dalen we af in een grafkelder, die inclusief de stenen deur, steen voor steen overgebracht is uit Palmyra, een prachtig geheel – bijna niet te geloven dat dit een grafkamer is! We mogen ook even een kijkje nemen in een ruimte waar een soort conferentie aan de gang is, oorspronkelijk een kamer van een 18de-eeuws Syrisch huis. Heel rijk en kunstig versierd, en heel bijzonder ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten