Mijn eerste bezoek aan het Archeologisch Museum is met een groep tijdens mijn eerste verkenningsreis door westelijk Turkije. Tijd is kostbaar en ik loop vrij vlug door de prehistorie naar de hellenistische afdeling, want volgens de kaart is de kust hier bezaaid met oude Griekse en Romeinse steden, met klinkende namen als Perge, Aspendos en Side. Ik had geen idee tot nu toe dat er zoveel te zien en te ontdekken is!
In het najaar van 2006 en voorjaar 2007 ben ik weer even terug, maar ook dit is telkens in groepsverband. Al steek ik er telkens weer iets nieuws van op, toch wil ik dit Museum eens op mijn eigen tempo bezoek. Dat lukt eindelijk in het voorjaar van 2009.
In het najaar van 2006 en voorjaar 2007 ben ik weer even terug, maar ook dit is telkens in groepsverband. Al steek ik er telkens weer iets nieuws van op, toch wil ik dit Museum eens op mijn eigen tempo bezoek. Dat lukt eindelijk in het voorjaar van 2009.
Het is altijd weer een feest om hier binnen te gaan en ik verheug me er weer eens bijzonder op. Ik heb zo het idee dat ik het museum nu wel van buiten ken, maar wat mooi is blijft altijd mooi hé? Elke keer kom ik toch weer iets nieuws tegen, nieuw in die zin dat ik er de vorige keren overheen gekeken heb of gewoon nog geen belangstelling voor had.
Het museum is schitterend ingericht. Daar waar de witmarmeren beelden uit Perge staan, zijn de wanden terracotta geschilderd zodat ze volledig tot hun recht komen. Bovendien worden ze van een speciale verlichting voorzien die aangaat als je erlangs loopt en iets later weer uitgaat. Een lust voor het oog! Het zijn allemaal bekenden uit de 2de eeuw, Romeinse kopieën van Griekse originele: Zeus, Afrodite, Tykne, Athena, Nemesis, Itygieia, maar ook de beroemde Hermes die zijn sandaal vastmaakt en Artemis/Diana, Romeinse kopieën waarvan ik in het Louvre al een versie heb zien staan.
Verderop kom ik de Romeinse keizers tegen: Trajanus, Hadrianus en Septimius Severus, ook uit de 2de-3de eeuw.
Daarachter, in de groenmarmeren zaal, sta ik plots oog in oog met een reuzenbeeld van Alexander de Grote. Nee maar, als ik me daaraan verwachtte! Dit is ook uit Perge afkomstig met de overblijfselen van een tempel met prachtige friezen. Ik bedenk dat ik toch zelf eens een kijkje in Perge zal moeten gaan nemen – wat ik een paar jaar later ook doe. Helemaal achteraan is een zaal voorbehouden aan een rijke selectie sarcofagen, waarvan er twee bijzondere exemplaren uit de 2de eeuw geweid zijn aan Heracles. Het zijpaneel van een hiervan is onlangs door het Getty Museum terug geschonken. Ja, er zal wel eens iets op de zwarte antiekmarkt verdwijnen want er is ook zoveel kunst en zo weinig toezicht bij de opgravingen. Ook de sarcofaag van Domitias Julianus en Domitias Philiska is heel bijzonder en doet denken aan de Etrusken zoals beide marmeren figuren op de deksel geportretteerd zijn. Ik kan mijn geluk niet op en ben ontzettend blij dit allemaal gezien te hebben, dan moeten de etnografische afdeling en de muntencollectie er maar bij inschieten.
Tussen de sarcofagen zoek ik nu ook naar die ene die deel uitmaakte van de Lyciarch Mausoleum uit Olympos, dat ik daar gezien heb. Op de deksel hoort een echtpaar aan een banket aan te liggen, maar ik kan hem niet vinden – misschien in de opslagruimte?
Ook bekijk ik de stukken uit de Tempel uit Limyra waarvan de beste delen hier onderdak gevonden hebben, samen met die ene bijzondere kariatide van het Heroon dat voor de Lycische Koning Pericles in de 4de eeuw v.C. opgericht werd. Het een vult zo het ander steeds meer aan.
Het klapstuk is en blijft onvermijdelijk de zaal waar Alexander de Grote staat, nu vergezeld van een reuze Hermes – die ik blijkbaar over het hoofd heb gezien. Wat wil je, als ik tegenover Alexander sta zinkt de rest van de wereld in het niet hé? Ook bekijk ik nu heel bewust het beeld van Plancia Magna, demiurg van Perge (letterlijk, werker in dienst van het volk, een soort gouverneur dus), dat rond 120 n.C. op een ereplaats binnen de Hellenistische stadspoort van die stad geplaatst werd. Het voetstuk staat trouwens nog in situ. Zo geëmancipeerd waren ze toen toch wel hé? Nou ja, deze Plancia Magna was ook nog eens priesteres van Artemis en van de Moeder der Goden.
Even bijkomen op het uitnodigende terras op het binnenplein met thee en water. Daarna loop ik nog even door de aanpalende tuin waar stukken liggen die net niet waardevol genoeg zijn om binnen een plaatsje te krijgen blijkbaar. Ik verbaas me wel over de collectie reuzenamforen die in de gaanderij rond het museum opgesteld staan want er zijn er zoveel die nog helemaal puntje gaaf zijn! Niet te geloven hoor!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten