Het meest opvallende aan het Nationaal Historisch Museum van Tirana is de voorgevel, een uitbeelding
van de geschiedenis van dit land die teruggaat tot de Illyriërs, de
oorspronkelijk bewoners die eerst door Philippus en Alexander van Macedonië
onderworpen werden en daarna door de Romeinen. Onze gids is helemaal weg van
het tafereel op de façade, zelf vind ik het zoiets als communistisch
propagandamateriaal. Ieder zijn meug natuurlijk.
Mij gaat het uiteraard om wat er
binnen te zien is, voornamelijk uit de tijd van de Illyriërs, Macedoniërs en
zelfs van de Romeinen. Wat er verder met dat land gebeurd is door de eeuwen
heen is een heel ander verhaal natuurlijk. Het viel eerst onder het bewind van
de Ottomanen, dan van de held Skanderberg
die zijn land een eigen nationaliteit wilde geven (einde 15de eeuw),
gevolgd door het nationalistisch reveil in de 19de eeuw dat bij het
uitbreken van de WO1 onderdrukt werd door de invallende Oostenrijkers, Fransen
en Italianen. Na WO1 was het land korte tijd onafhankelijk tot WO2 uitbrak en het
de zijde van de partizanen koos die ook in Joegoslavië en Griekenland actief
waren. Na de oorlog verging het Albanië niet beter en kwam het land onder het
strenge communistische bewind van Enver
Hoxha. Sinds diens dood in 1989 heeft Albanië het nog steeds moeilijk om
zijn identiteit terug te vinden.
Dit is de geschiedenis van Albanië
heel in het kort samengevat, maar dit is ook wat er in het Museum van Tirana
terug te vinden is in de verschillende paviljoenen met als thema: de Oudheid,
de Middeleeuwen, de Renaissance van Albanië, de Iconografie, de Cultuur van Albanië
(o.a. folklore en literatuur), het Albanese Verzet tijdens WO2, de
Communistische genocide en tenslotte een paviljoen gewijd aan Moeder Theresa wiens
familie uit Albanië stamt. Dit zijn stuk voor stuk heel interessante periodes,
maar ik beperk me zoals gezegd tot de oudheid.
Ik verbaas me hier vooral over
het erfdeel van de vroege Illyriërs want ik had niet verwacht dat ze tastbare
bewijzen achtergelaten hadden. Meteen al aan de ingang hangt een uitvergrote
gesp van een ceintuur afkomstig uit een graf van Selca, valkbij het antieke Pelion. De gesp dateert uit ongeveer
230 v.C. en stelt een oorlogstafereel voor, een schitterend stuk trouwens. In
een vitrine wat verderop staat dan een mal voor een Illyrisch schild tentoon,
samen met een Illyrisch helm en een aantal speer- en pijlpunten – die allemaal
ontzettend veel op hun Macedonische broertjes lijken.
Er liggen ook een aantal
munten, de oudste teruggaand tot de 5de eeuw v.C. die allemaal
geslagen zijn ter ere van Illyrische koningen. Vreemd genoeg, vind ik zelf,
staat hier een hoofd van Demosthenes
uit de 1ste eeuw n.C. dat in Apollonia gevonden is. Ook een
beetje verloren ligt een stukje mozaïekvloer uit Dyrrhachium (huidige Dürres) waar de “schone van Dürres” op
uitgebeeld is en gedateerd wordt op 350 v.C. Verder het hoofd van Artemis uit
de 3de eeuw v.C. en onvermijdelijk een heel aantal vazen en kommen.
Natuurlijk is hier veel uit de Romeinse tijd te zien want zoals altijd komen de
mooiste stukken uit de opgravingen naar de hoofdstad en in dit geval dus naar Tirana.