In Konya staat natuurlijk het Mevlana Museum, ook wel Mausoleum van Mevlana genoemd, op het programma. Het museum is in feite een uitgebreide vorm van de oorspronkelijk derwisjwoning, waar nu de tombe van Mevlâna staat. Het is een ommuurd complex met daarbinnen verschillende gebouwen met koepeldaken met in top de opvallende groenbetegelde torenkoepel van het hoofdgebouw. Het is meteen duidelijk dat dit een bedevaartsoord is voor de moslims want Mevlâna wordt gezien als een van de grootste mystici van de islamitische wereld. Zelf heeft hij dat niet gewild, want zijn ideologie luidde: “het echte mausoleum moet in je hart gebouwd worden”.
Recht voor me, ongeveer in het midden van de marmeren plavuizen, ligt de ablutiefontein zoals men die bij de moskeeën aantreft, de sardivan. Mannen en vrouwen gebruiken hem voor de rituele wassing. Vóór het betreden van de Semahane, t.t.z. de Ceremoniezaal, krijg ik plastic sokjes die ik over mijn schoeisel hoor te trekken en dan mag ik binnen. Oorspronkelijk werden hier de dansceremonies uitgevoerd, maar nu is het een tentoonstellingsruimte. Rechts liggen een paar schitterende vertrekken die in elkaar overlopen en waar de in groene zijde gehulde tombe van Mevlâna staat. De muren zijn versierd met zwarte en vergulde kalligrafieën op warmkleurige ondergrond. Het Mausoleum telt 65 sarcofagen, die van de mannen versierd met een tulband en die van de vrouwen zonder. Ze zijn bedekt met zijdefluweel en Osmaanse tapijten. Hoog boven in de muren, net onder de bogen, filteren kleurrijke glas-in-lood ramen het zonlicht. Er hangen kristallen luchters en pastelkleurige lampionlampen, die allen bijdragen tot een heel unieke sfeer. Behalve de kleding van Mevlâna, worden hier ook zijn muziekinstrumenten en kostbare manuscripten bewaard, en in een parelmoeren kistje zou zowaar zijn baard bewaard worden.
Er is echt veel volk, vooral vrouwen, die overal op de muurtjes en stoepjes even uitrusten als je ze al niet binnen bent tegengekomen. Het is een mengelmoes van kleding, al kan ik niet van klederdracht spreken, maar ingewijden moeten vast kunnen vertellen uit welke streek ze komen. Vandaag is het namelijk een lang weekend i.v.m. de Dag van de Jeugd morgen, die Atatürk ingesteld heeft. Veel gesluierde pelgrimsvrouwen uit het hele land stromen hier blijkbaar naartoe en het respect en de eerbied die ze uitstralen is bijna tastbaar.
De sfeer hier is trouwens moeilijk te omschrijven want er hangt iets “oosters” in de lucht, iets van de sprookjes van Duizend-en-een-nacht, maar ook iets van warmte en dankbaarheid waar iedereen zielsverwant is. Raar als ik dat zelf zo lees, maar dit is de beste omschrijving die ik kan geven. Met de groep waar in bij hoor, zijn we blijkbaar de enige niet-moslims die hier rondlopen, maar niemand neemt er aanstoot aan of kijkt ons vreemd of vijandig aan. De echt fanatieke hoofddoekjes lopen blijkbaar in onze westerse steden rond. Raar, hé?
In de ruimtes tegenover het Mausoleum is een fijne tentoonstelling ingericht met taferelen uit het dagelijkse leven van de Derwisjen, met levensgrote poppen in authentieke kleding. Meer uitleg over dit schitterende museum/mausoleum is bij voorbeeld op deze site van ExploreTurkey te lezen.
Het wordt me hier duidelijk gemaakt dat onze vertaling van “dansende derwisjen” eigenlijk niet juist is. In feite kan iedereen Mevlana worden, t.t.z. dat je kunt leren dansen, al is dansen ook weer niet de juiste term, het is eerder ronddraaien. Men zou dus eerder van “draaiende Mevlana’s” moeten spreken. Derwisj wordt je alleen maar als Allah het wil, het is iets tussen Hem en jou. Je hoort dan het goede te doen tegenover de anderen, je medemens te helpen.
Iets verderop is een groot modern Cultureel Centrum opgetrokken van metaal en glas in een keurige parkaanleg. Het is hier dat het jaarlijkse Mevlana Festival gehouden wordt, een feestelijk gebeuren dat elk jaar trouw op de Turkse TV uitgezonden wordt – de moeite van het kijken waard, zeker als je zelf nooit tot in Konya geraakt bent.
mei 2005