12 september 2012

Musée Guimet, Parijs

Dit museum staat al tientallen jaren op mijn programma en eindelijk ben ik er toch geraakt! Het staat bekend voor zijn collectie Aziatische kunst, niet meteen mijn kopje thee want de puur Chinese, Japanse en zelfs Indiase kunstwerken kunnen mij nu eenmaal niet boeien – sorry voor de liefhebbers.

Nee, ik ging natuurlijk Alexander de Grote achterna, t.t.z. de sporen van het Hellenisme in Afghanistan, India, Pakistan en in Centraal Azië over het algemeen. Nou, daar ben ik echt wel aan mijn trekken gekomen!

Het Musée Guimet is onlangs grondig gerenoveerd en dat is ook te zien. De buitenmuren zijn gezandstraald en schoon, en binnen is alles uiterst modern ingericht met volop daglicht, overzichtelijke collecties, overal duidelijke bordjes met uitleg, het huisje bij het schuurtje houdend, een weelde aan vooral beelden en muurschilderingen.

Op zich zijn de Fransen pas laat in Centraal Azië gearriveerd, gewoon omdat ze het te druk hadden in het toenmalige Indochina met sites als Angkor om er maar eentje te noemen. Maar in 1922 is daar toch verandering in gekomen toen de koning van Afghanistan niet achter wilde blijven bij zijn buurlanden en een verdrag sloot met de Fransen om in zijn land opgravingen uit te voeren. Mensen als Joseph Hackin, die het Grieks-Romeinse glaswerk van Begram vond en de kunst van Gandhara aan het licht bracht; Jules Barthoux, die van 1926 tot 1928 op de site van Hadda werkte waar hij een aantal kloosters met Grieks-Afghaans stucwerk uit de 4de-5de eeuw vond (o.a. de prachtige Génie aux Herbes); en tenslotte Daniel Schlumberger die in 1952 op de Acropolis van Surkh kotal (Bactrisch Afghanistan) vaststelde dat de Kuchans de afstammelingen waren van de Grieks-Bactrische beschaving. De Franse opgravingen in Afghanistan zijn pas afgebroken met de inval van de Sovjet-Unie in 1979.

Maar dit museum huisvest ook heel veel schatten afkomstig van de steden langs de antieke Zijde Route waar een uniek boeddhistisch patrimonium bewaard gebleven is. Het woestijnklimaat heeft er in ruime mate toe bijgedragen om zoveel unieke documenten waaronder vele geschriften maar ook een enorm aantal boeddhistische fresco’s te conserveren. In Centraal Azië waren voor genoemde Joseph Hackin, andere Fransen actief, zoals Dutreuil de Rhings (1890-1895) en Paul Pelliot (1906-1909).

Ik kan hier moeilijk alle stukken gaan toelichten, maar al mijn foto’s zijn wel te zien op de link Musée Guimet. Als uitblinkers citeer ik b.v. de aarden bekers uit Mundigak (Afghanistan) die dateren uit  2700 v.C., puur Myceens of zelfs Byzantijns op het eerste zicht maar wat natuurlijk niet kan, met uit dezelfde streek een klein beeldje dat een broertje kon zijn van de kunst uit de Cycladen. Ik ben vooral gefascineerd door de prachtige beelden en hoofden van Boeddha en Bodhissatva uit Gandhara (Pakistan) en Hadda (Afghanistan) waar de hellenistische invloed gewoon van afdruipt! De beroemde “Génie aux Herbes” uit Hadda (3de-4de eeuw) is een echt pronkstuk al hangt hij een beetje ongelukkig hoog en op een gelijkkleurige achtergrond. En dan het inmiddels vertrouwde glaswerk uit Begram (Afghanistan) uit de eerste eeuw van onze jaartelling met fascinerende vormen van visjes en galjoenen in geblazen glas, maar ook blauwe, witte en doorschijnende vaasjes en bekers. Absolute uitblinkers zijn dan weer de slanke bekers die kleurrijk beschilderd zijn met mythologische figuren en gevechtstaferelen. Daar kan ik echt niet genoeg van krijgen! In de Chinese afdeling blijf ik ook even staan bij de terracotta figuren van Bactrische en Sogdische handelaars al dan niet met hun kamelen die in de 7de-8ste eeuw gemaakt zijn, een soort eerbetoon aan deze dappere kooplui die de woestijn van Centraal Azië doorkruisten.

Zoals gezegd, wilde ik dit alles vanuit het Hellenistische oogpunt bekijken en dat is helemaal gelukt. Wat een schatten, wat een pronkstukken, wat een weelde!

Dat de eerste Boeddhabeelden hellenistische trekken hadden wist ik al wel, maar nu krijg ik te horen dat voor die tijd Boeddha altijd abstract voorgesteld werd maar dat hij onder Griekse invloed in menselijke gedaante uitgebeeld werd, inclusief een Griekse toga! Geen wonder dat ik hier mijn ogen op uit kijk! Alexander moest het eens weten…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten