31 juli 2012

Afrasiab, Oezbekistan

Van het Museum van Afrasiab verwacht ik echt heel veel want dit is per slot van rekening het antieke Samarkand, het Maracanda van Alexander de Grote!

Meteen al bij het binnenkomen word ik geconfronteerd met een half duistere zaal waar alle vier muren bedekt zijn met levendige fresco’s. Ze werden in 1965 ontdekt in de ruïnes van een paleis daterend uit de 7de-8ste eeuw (ofschoon andere bronnen spreken van een privé-huis) en staan dus nu hier te pronken. Volgens een Chinese tekst zijn hier de “Vier Heersers van de Wereld” uitgebeeld: China, India, Iran en Turkije. De Chinese muur is makkelijk te herkennen met een festival waar de Keizerin op een boot vaart terwijl de Keizer aan het jagen is. De Iranese Wereld beeldt een religieuze rouwstoet uit Samarkand uit te ere van de voorvaders tijdens het Nowruz festival. Op de oostelijk muur wordt India weergegeven als land van astrologen en pygmeeën, maar dit fresco verkeert in zeer slechte staat. Van de Turkse delegatie is niet uit te maken wie of wat hier precies bedoeld is. De stukken zijn allemaal een beetje fragmentarisch en voor de menselijke figuren moet je wel creatief zijn om er gezichten en kostuums in te zien. Gelukkig staat er bij elk onderdeel een reconstructieschets van het tafereel. Duidelijker zijn dan weer de dieren te herkennen: paarden, olifanten, panters en grote vogels die er uitzien als zwanen en voor Zoroastrische offeranden bestemd waren.

In feite is het museum opgesplitst in vijf vertrekken, elk met een eigen (chronologisch) thema. De eerste ruimte is gewijd aan het verloop van de opgravingen zelf, met kaarten en maquettes. In de tweede ruimte wordt de vroege geschiedenis van Samarkand toegelicht, teruggaand tot de 4de eeuw v.C. met o.a. aardewerk uit de 6de-4de eeuw v.C., een gereconstrueerde kalkoven en wat stenen- en metaalgereedschap. Daarna komt de zaal met Alexander de Grote die de stad in 329 v.C. veroverde, voor mij natuurlijk hét hoogtepunt! Een schaalmodel van Afrasiab moet aantonen hoe geniaal Alexander te werk is gegaan bij de belegering van stad – alsof ik dat nog niet wist! Hier liggen ook wat gebruiksvoorwerpen, wapens en geldstukken, maar van de Alexandermunten zijn alleen foto’s te zien. Jammer is dat, ze hadden toch best wel minstens één echte munt van Alexander kunnen presenteren? Wel hangt er een grote kaart aan de muur met zijn hele veldtocht doorheen Azië, dat kan ik zelfs in het Oezbeeks lezen. Ook aanwezig is een verzameling Greco-Bactrische munten met o.a. de heersers met wat ik een tropenhelm noem – heel kenmerkend. In de vierde zaal komen stukken uit de 1ste-4de eeuw n.C. aan de beurt, waarin vooral het spirituele leven van de bewoners in de tijd van Zoroaster centraal staat – de Islam komt pas later (7de eeuw). De vijfde en laatste ruimte is eveneens gewijd aan de religieuze belevenis van de inwoners van Samarkand. Hier zijn voorwerpen te zien die betrekking hebben tot de verering van het vuur, een huiskapel, muurschilderingen, fragmenten van houten beelden, etc. Aangezien het Zoroastrisme met de komst van Islam totaal verwoest werd, blijkt Afrasiab het beste voorbeeld te zijn van de geloofsbelijdenis uit die tijd.

Afrasiab zelf strekt zich uit over een oppervlakte van maar liefst 220 hectares en ligt verborgen onder een 8-12 meter dikke laag aarde. Sinds eind 19de eeuw worden er hier met horten en stoten opgravingen uitgevoerd die o.a. een paleis uit de tijd van de Samanieden hebben blootgelegd. Maar Afrasiab, waarschijnlijk genoemd naar de legendarische koning van Turan, ligt ook aan de Zijderoute, eeuwenlang de belangrijkste verkeersader tussen India, China en Europa. Geen wonder dus dat we hier brede straten en hoge verdedigingswallen aantreffen, terwijl de huizen op zijn minst luxueus ingericht waren – getuigen de fresco’s die in het museum ondergebracht zijn. Maar er is ook een rijke verzameling aardewerk, gereedschap, terracotta beeldjes en geldstukken gevonden waarvan een deel (ik vermoed de mooiste stukken) in de Hermitage in St Petersburg beland is (de opgravingen werden voornamelijk door de Russen uitgevoerd) maar een niet te onderschatten aantal voorwerpen staat hier in het aanpalende museum.

[Klik hier om alle foto's van het Museum in Afrasiab te bekijken]

16 juli 2012

Het Klooster van Baskovo, BU

Vandaag staat het Klooster van Baskovo op het programma, het tweede klooster van Bulgarije na dat van Rila, dat in 1083 gebouwd werd door twee broers die militair commandant waren in het leger van de Byzantijnse Keizer Alexis Commenus. De bus zet ons aan de voet van een schuine hobbelstraat af, die we zelf ad pedibus naar boven moeten lopen. Langs de kant staan er heel wat fonteinen die hun water uit veelvuldige kraantjes laten lopen. Het doet me denken aan de landelijke wegen in Italië van vroeger waar ook regelmatig een verkoelende waterplaats stond.

Ook dit klooster is verre van streng en sober, maar warm en levendig met kleurrijke fresco’s binnen en buiten met fijn houtsnijwerk. Er zijn nog maar vier monniken in dit complex, ooit onderdak verlenend aan een 140 van hen. We mogen hier de refter binnen, een lang smal vertrek met middenin een lange stenen tafel met aan weerskanten dito banken. De muurschilderingen lijken wel die van een kerk te zijn, met alle standaardelementen er in, en dit blijkt ook de opzet want de monniken moesten zo dikwijls ter kerke gaan voor hun gebeden dat ze anders niet aan eten toe kwamen. Ze waren toch wel slim, hoor! De aangrenzende keuken is uiteraard veel kleiner dan van Rila maar ruikt ook weer naar rook en roet. Het trekgat boven in de tuitvormige koepel is trouwens niet zo groot, weer een donkere business, niets voor mij.

Het klooster van Baskovo telt maximaal twee verdiepingen en, net als in Rila, staat de kerk uit 1604 midden in het complex. Hij is gewijd aan St. Nikolaas en bevat een schitterende icoon van Maria met Kind, waarschijnlijk Grieks aangezien hij in zilver gevat is. Deze icoon, uit ongeveer 1310, schijnt miraculeus te zijn want het is herhaaldelijk voorgekomen dat Maria het klooster en de monniken voor onheil behoed heeft. Ze wordt dus in grote eer gehouden en er zijn dan ook vele plaatselijke bedevaartgangers die aan de stalletjes een doekje kopen als offergave, buiten de kaarsjes die natuurlijk alom branden. Hier ligt ook, heel uitzonderlijk, de laatste patriarch en abt van het klooster begraven. De muurschilderingen zijn niet te zien in deze donkere ruimte, maar wel die van de onderste kerk gewijd aan de Aartsengelen Michaël en Gabriël waar, vreemd genoeg, de mensen gezellig tegenaan leunen!

Het klapstuk is toch het fresco buiten aan de muur van de refter dat het grootste van het land heet te zijn. De artiest geeft een ideale visie van het klooster weer, zelfs met gebouwen die ooit op de bouwplannen gestaan hebben maar nooit verwezenlijkt werden. Middenin prijkt een afbeelding van de icoon van Maria met het Kind die op het klooster neerdaalt. In een lange monnikenprocessie, waarin zelfs moslims meelopen, wordt de icoon drie maal rond de kerk gedragen. Het is een prachtige schildering, zo fris en kleurrijk alsof hij pas gisteren gemaakt werd. Het geheel wordt geflankeerd door twee medaillons, links met de afbeelding van St. Joris en rechts met die van St. Dimitri. Ongetwijfeld een schitterend geheel.

Ook rond het binnenplein staan hier de nodige fonteinen en daar wordt vooral door de pelgrims, grif gebruik van gemaakt.

[Klik hier om alle foto's van het klooster te bekijken]

3 juli 2012

Het graf van Koning Philippus II van Macedonië in Vergina

Aan de hand van een schaalmodel wordt de opbouw en indeling van het graf van Koning Philippus II van Macedonië duidelijk gemaakt: een grote dubbele deur, geflankeerd door twee of vier halve zuilen, gaf toegang tot een rechthoekig voorportaal, met daarachter de feitelijke grafkamer.

Er loopt hier een brede houten trap naar beneden, naar de indrukwekkende ingang van het graf. De façade staat volop in de spotlights en ik voel me erheen aangetrokken als en mot naar het licht. De grote beschermende glazen of plexiglas wand valt me pas later op. Ik heb alleen maar oog voor de majestueuze entree met haar frisse, uiterst fijne kleuren. Ik ben even teleurgesteld dat ik niet binnen mag, maar zoveel mensen zouden de temperatuur in de ruimte omhoog drijven en de decoratieve verflaag aantasten. Begrijpelijk is het dus wel. Ik staar vol bewondering naar de heldere kleuren die de eeuwen getrotseerd hebben. De gesloten deur is geflankeerd door twee Dorische zuilen in half reliëf met aan weerszijde een platte zuil met bovenop blauwe en rode afwerking. Daarboven zijn de trigliefen donkerblauw geschilderd met dito druppels, rustende op een felrode rand. Als een kroon op geheel loopt over de hele breedte (5,60 meter) een fresco dat een jachttafereel voorstelt, in volle actie in een bosrijke omgeving. Ook dit is van hoogstaande kwaliteit met schitterende pastelkleuren. Een van de jagers te paard zou mogelijk Alexander voorstellen. Het geheel zit geklemd tussen een ajourrand van afwisselend rood en blauw, en ook daarboven zijn de reliëfranden ingekleurd alsof het gisteren gebeurd is. Ik sta me te vergapen aan deze kleurenrijkdom, die ik even helemaal voor mezelf alleen heb, alsof ik op een speciale audiëntie ontvangen word. Ik ben er helemaal van onder de indruk als ik na verloop van tijd de kreunende trap weer oploop. Een complete verrassing, want ik had wel gelezen over de vondsten in het graf maar dat de tombe zelf zo indrukwekkend en zo veelkleurig was, daar had ik geen idee van!

Het lichaam van Philippus is volgens het toen geldende Macedonisch gebruik gecremeerd. De overgebleven botjes zijn in wijn gewassen en keurig in een doek gewikkeld die dan zorgvuldig in een gouden kist of larnax geplaatst werden samen met zijn koningskroon van gouden eikenbladeren. Deze larnax staat hier te pronken met zijn 7,820 kilo gehamerd puur goud! Bovenop de deksel is het Macedonische stersymbool met 16 stralen aangebracht tussen twee rozetten gevuld met blauw email. Aan de zijkanten zijn reliëfs met palmetten en lotusknoppen te zien met dwars in het midden een doorlopende rij geëmailleerde rozetten. De poten van de kist zijn ook weer met rozetten versierd die eindigen in leeuwenpoten. Wat een pracht!

De eikenbladeren kroon waar alle spotjes op staan is de zwaarste en meest indrukwekkende uit de Griekse oudheid. Voor wie het precies wil weten: hij telt 313 blaadjes en 68 eikeltjes, en weegt precies 714 gram a.u.b.! Dit zijn uiteraard de grote blikvangers want je kunt er niet naast kijken, maar er staat nog meer. Zo bv. het leren kuras van Philippus dat met ijzer en goud beslagen en bewerkt is, zijn gouden pijlkoker waarop gevechten in volle actie uitgebeeld zijn die doen denken aan Scythische reliëfs, zijn ingelegd zwaard en zijn enorm schild (nou ja, ik vind het enorm want ik had niet verwacht dat het zo groot zou zijn, zeker 1 meter diameter. Hij moet wel heel sterk geweest zijn, hoor!). Buiten zijn persoonlijke wapen bezittingen zijn er ook een groot aantal kostbare gebruiksvoorwerpen bijgezet in het graf, zoals bronzen kommen, schalen en vazen, zilveren wijnkannen en zeefjes, bronzen lampen, enz. Sommige objecten zien er trouwens ook weer zo gaaf uit alsof ze pas gisteren gemaakt zijn.

Het houten banketbed is wel zwaar aangetast door de tand des tijds, maar de glazen, gouden en ivoren versieringen zijn goed bewaard gebleven. Over de lange kant van de bank liep een fries dat een koninklijke jachtpartij voorstelde waar Philippus zelf aan deelnam, maar ook zijn zoon Alexander en andere Macedonische edelen. Wat Alexander betreft is dit het enige portret waarvan men met zekerheid weet dat hij er voor geposeerd heeft. Men heeft geprobeerd om deze bank te reconstrueren en de stukjes van de puzzel op hun plaats te zetten. Wat een monnikenwerk!

In de antichambre van het graf van Philippus heeft men nog een, weliswaar kleinere, gouden larnax gevonden met dezelfde Macedonische sterversieringen, waarin de resten van een vrouw lagen gewikkeld in een purperen met goud bestikte doek. Men veronderstelt dat het om zijn laatste vrouw, Cleopatra, gaat. Ook hier werden kostbare gouden kronen en diademen gevonden, onmiskenbare getuigen van de weelde van de overledene. De houten banketbank in deze ruimte is ook vergaan maar de fijn uitgewerkte ivoren figuurtjes met gouden haar en accessoires getuigen van uiterst kundig vakmanschap.

Ik loop hier een paar maal terug en nog eens rond. Alles fonkelt en schittert zo mooi in de felle spotjes die de voorwerpen te voorschijn toveren. Het komt zeer koninklijk en waardig over en men zou bijna vergeten dat deze voorwerpen 2.500 jaar onder de grond gezeten hebben. Wat een voorrecht om dit te mogen zien! Wat een genot!