21 juni 2011

Manisa, TK - Museum van Sardes

Manisa is een dikke stip op de kaart, ongeveer 16 km ten noorden van Izmir, en met een beetje geluk kan ik er, via de autobaan die ik nu uitgeprobeerd heb, in goed twee uur zijn. Het is nog lekker koel (20 graden!) als ik uit Kusadasi wegrijd ofschoon het kwik een uur later al op 26 graden staat. De autobaan is er echt een volgens onze normen, met een goed wegdek, bordjes voor parking, picknick en benzine, keurig in het groen zoals een mens dat zou verwachten. Bij Izmir moet ik er af en beland ik in het stadsverkeer met zigeuners die bij de stoplichten staan te bedelen. Ik sluit alle ramen en vergrendel de deuren, men kan nooit weten nietwaar? Wegwerken en omleidingen, het is uitkijken om de bordjes richting Istanbul-Manisa niet te missen. Als ik op de grote weg zit en denk dat ik kan doorrijden heb ik het goed mis want ook hier is het wegdek aan vernieuwing toe en gaan we even zo vrolijk van drie banen over naar één en dan weer terug. Bovendien moet ik weer een van die oost-west bergruggen over met steil klimmen en dalen.
                                                           
Iets na tienen rijd ik dan toch Manisa binnen, een brede boulevard met groene middenstrook en een 70 km zone waarin alle lichten op groen staan. Een bordje museum verwacht ik niet meteen, maar centrum zal ook wel goed zijn. Zo beland ik in de drukke straatjes, half geasfalteerd met vele kuilen en modderplassen. Allerlei bordjes waar ik niet wijzer van word, dan is de straat afgezet, verboden links af te slaan, en evengoed gaat de auto voor mij er in. Ik volg dus maar en probeer de draad weer op te pakken maar linksaf mag ook weer niet, dus dan maar rechtdoor tussen de dolmussen, bussen, taxi’s en tractors. Het blijft slalommen en ik begin me af te vragen of ik het niet beter zou opgeven. Maar, oh heilige voorzienigheid, aan de rotonde voor me staat plots een bordje “Müze”. In de hoop dat er maar één museum is, ga ik er op af. Ik had ergens gelezen dat het in een afgedankte moskee ondergebracht is, en jawel in het smalle steile straatje is het gele bordje aan de boom getimmerd en wijst een eenmanspoortje aan, de ingang van het museum, naast de moskee. Nu een plaatsje voor mijn auto vinden en voorbij het volgende kruispunt is er ruimte langs de hoge stoep, vlak voor de deur van de bakkerij waar de bakker wat verkoeling zoekt. Ik groet hem maar vriendelijk, tenslotte staat mijn auto voor zijn deur; mag dat wel? Ik voel me nu echt als een vreemde eend in de bijt, alsof ik in een ander tijdperk loop, in een vreemde straat met opschriften waar ik geen hoogte van krijg.
                                                           
Bij het museum word ik meteen gestopt door de veiligheidsdienst, vier agenten met het geweer in aanslag. Jeetje, is de waar zo kostbaar? Er wordt een mannetje bij geroepen die net zijn kruiwagen met onkruid gevuld heeft, en vanachter het loket links van een paar treden krijg ik mijn toegangsbewijs. Hij loopt netjes met me mee de poort door, waar ik op het vierkante binnenplein van de moskee beland dat rondom met glas is dichtgemaakt. Hij gaat me voor, de ene zaal na de andere waar hij gewillig het licht aansteekt en bij het verlaten van het lokaal weer netjes uitdoet.

Het blijkt uiteindelijk maar om een paar zalen te gaan, maar de collectie is netjes verzorgd en chronologisch opgezet van de oude Bronstijd tot en met de Romeins-Byzantijnse tijd. De uitleg is heel summier, en de meeste voorwerpen komen inderdaad uit Sardes. Van de 11.000 voorwerpen die ze daar gevonden hebben liggen er hier anders geen eens 110. Hoe zit dat nou? Open vraag. Misschien achter de deur waar “Archeologisch Museum” op staat en die gesloten is, wegens restauratie – zegt men.
                                                           
Terug bij de bakker voor de deur moet ik toch even informeren naar de driehoekige koeken van bladerdeeg, waarvan ik denk dat ze met appel gevuld zijn, zoals bij ons. Maar nee, er ziet helemaal niets in. Nou ja, geef hem toch maar want hij ziet er wel erg smakelijk uit. Mijn koek wordt kundig in een stuk grauw papier gevouwen en ik krijg nog een mini plastic tasje om hem te dragen, 0,25 YTL a.u.b. Het zijn toch prijzen waar je niet van terug hebt. Ja, en dan is die koek nog ontzettend lekker ook!
                                                            Sept 2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten