17 januari 2011

Burdur, TK - Het Museum van Sagalassos

Vandaag staat Burdur op het programma, 150 km ten noorden van Antalya en ik schat de tocht op twee uur, zoeken niet meegerekend. Doel is het Archeologisch Museum waar de vondsten uit het naburige Sagalassos ondergebracht zijn. Eenmaal op de D400 richting Antalya kijk ik uit naar een bordje Isparta of Burdur, en kort na Perge word ik inderdaad die richting uitgestuurd, echter nog voor het vliegveld wat ik niet verwacht had. Het is een mooie brede weg en ik verwonder mij erover dat het zo rustig is, misschien omdat het zondag is? Onderweg lees ik een bordje naar het antieke Milyas en nog wat later naar het even antieke Kremna, maar dat wijst links van weg. Raar is dat want ik heb Kremna wel op de kaart gezien maar aan de rechterkant van de hoofdweg … Enfin, ik rij door, uitkijkend naar de tweesprong met de afslag naar Burdur, maar die zie ik helemaal niet en als ik op 20 km van Isparta ben, begin ik me toch zorgen te maken. Heb ik nu zo in gedachten verzonken gereden dat ik het bordje gemist heb? Maar dan had ik toch zeker een bordje Ağlasun of Sagalassos moeten zien? Nou de goden hebben mij gehoord en prompt staat er een pijl linksaf richting Sagalassos. Dit is een prachtige weg door een lieflijk landschap vol malse weilanden met voorjaarsbloemen en fruitbomen. In Ağlasun pik ik het bordje Burdur op, een invalide weggetje vol kuilen en gaten, maar ik kom waar ik zijn moet.
                                   
Aan de rand van Burdur staat al meteen een bordje Müze, en dat volg ik maar. Ik weet gelukkig hoe het museum er van buiten uitziet, dat scheelt bij het zoeken. Het lukt! Ik vind het museum en op een naburig pleintje kan ik mijn auto kwijt. Maar toch heb ik even pech want het museum sluit van 12 uur tot 13u30 voor de lunch en nu moet ik mijn tijd weten zoet te brengen. Het is 12u10, jammer natuurlijk maar nu ook weer niet meteen een drama. Ik vind het stadspark met een schaduwrijke theetuin en aanpalend keurige Wc’s. Zou je niet meteen verwachten, toch? Ik in elk geval niet. Ik geniet van het dagelijkse leven dat zich rondom mij afspeelt, loop dan de supermarkt door en haal gelijk wat geld uit de muur. Dan is het tijd om het museum op te zoeken.
                                   
Mijn verwachtingen zijn hooggespannen hoor. Ik had al op de website van het museum gekeken en het zag er heel veelbelovend uit. Nu wordt het werkelijkheid! Bij het binnenkomen word ik meteen geconfronteerd met de friezengroep van het Heroon uit Sagalassos, met pal daarboven de man voor wie het gebouwd is. Nou, hij staarde me aan met doordringende blik, ik kon er niet naast kijken ... het moét gewoon Alexander zijn. Wel zonder zijn fameuze haarlok (anastolé), maar toch. Ik meteen een foto genomen en prompt stevent de zaalwachter op me af dat ik geen blits mag gebruiken. Nou ja, deze foto heb ik vast, ofschoon ik meestal betere foto’s heb bij gewoon daglicht of kunstlicht mits ik natuurlijk een statief kan gebruiken (wat hier ook niet mag) of mijn toestel ergens op of tegen kan zetten. Maar om terug te komen op mijn blikvanger, het is volgens de mensen die het kunnen weten, nog niet bekend wie deze held wel is – anderen gaan er echter van uit dat het Alexander de Grote moet zijn – ik natuurlijk ook!
                                   
De dansmeisjes of dansende Muzes in het midden zijn schattig gewoon. De verlichting is met zorg gekozen en je ziet ze echt dansend rondom hun fries trekken, elkaar vasthoudend bij hun sjaal met franjes die ook meedansen. Dat zie je natuurlijk niet als je onderaan het Heroon zelf staat en naar boven moet kijken om dit fries te zien. Zo komen zowel deze groep als de kopies ter plaatse in Sagalassos echt helemaal tot hun recht. Wat schitterend! Ik kan er niet genoeg van krijgen!
                                   
Aan de wanden hangen duidelijke borden met de geschiedenis van Sagalassos met uitleg en foto's van de opgravingen. Overzichtelijk en systematisch gedaan, met rondom een keur van beelden afkomstig uit de verschillende Nympheums, zowel van de Boven als van de Beneden Agora. Prachtig gave stukken zijn het, iets meer dan levensgroot, zeer goed bewaard en zorgvuldig tentoongesteld in lichtspots die aangaan als je in de buurt komt. Ik kom ogen te kort hoor! Daar kunnen geen honderd plaatjes tegenop! Dat moet je in het echt gezien hebben…
                                   
Het museum is niet zo groot, maar ik heb daar wel anderhalf uur rondgelopen om mijn ogen de kost te geven. Ook staat er een schitterende groep beelden uit Kremna, dat ik dus onderweg tegengekomen ben. Het gaat om stukken uit de bibliotheek daar met levensgrote goden en godinnen. Links staan achtereenvolgens Athenea, een onbekende dame, Hygeia en Apollo; in het midden meer dan levensgroot Athenea en Heracles; verder rechts Nemesis, Asclepius en Leto. Volgens de plattegrond moeten de beelden ook op deze manier in de bibliotheek gestaan hebben en het geheel doet me denken aan de opstelling van een lieve beeldengroep uit Klein Azië die in de Getty Villa in Californië te zien is. Nou, het zijn stuk voor stuk pure juweeltjes die absoluut een bezoek waard zijn, zelfs als je er zo een eind voor moet rijden!
                                   
Boven is nog een verdieping, met een collectie van meer algemene aard zou ik zeggen waar Attisch en Hellenistisch aardewerk, juwelen, bronzen voorwerpen, geldstukken en vondsten uit Hacιler, Uylupιnar en Kuruçay liggen tentoongesteld. Keurig verzorgd allemaal, maar na de toppers beneden, vind ik dit niet erg boeiend meer.
                          

3 januari 2011

Antalya, TK – Archeologisch Museum

Mijn eerste bezoek aan het Archeologisch Museum is met een groep tijdens mijn eerste verkenningsreis door westelijk Turkije. Tijd is kostbaar en ik loop vrij vlug door de prehistorie naar de hellenistische afdeling, want volgens de kaart is de kust hier bezaaid met oude Griekse en Romeinse steden, met klinkende namen als Perge, Aspendos en Side. Ik had geen idee tot nu toe dat er zoveel te zien en te ontdekken is!

In het najaar van 2006 en voorjaar 2007 ben ik weer even terug, maar ook dit is telkens in groepsverband. Al steek ik er telkens weer iets nieuws van op, toch wil ik dit Museum eens op mijn eigen tempo bezoek. Dat lukt eindelijk in het voorjaar van 2009.


Het is altijd weer een feest om hier binnen te gaan en ik verheug me er weer eens bijzonder op. Ik heb zo het idee dat ik het museum nu wel van buiten ken, maar wat mooi is blijft altijd mooi hé? Elke keer kom ik toch weer iets nieuws tegen, nieuw in die zin dat ik er de vorige keren overheen gekeken heb of gewoon nog geen belangstelling voor had.

Zo worden er trots een aantal archeologen in de schijnwerpers gezet, namen die me niets zeiden tot ik nu Cevdet Bayburtluoğlu tegen kom, de man die de opgravingen in Arykanda voor zijn rekening genomen heeft en wiens gids mij heel wat details verschaft heeft over de opgravingen in Lycië. Nu is dat als het ware een oude bekende.
                                                           
Het museum is schitterend ingericht. Daar waar de witmarmeren beelden uit Perge staan, zijn de wanden terracotta geschilderd zodat ze volledig tot hun recht komen. Bovendien worden ze van een speciale verlichting voorzien die aangaat als je erlangs loopt en iets later weer uitgaat. Een lust voor het oog! Het zijn allemaal bekenden uit de 2de eeuw, Romeinse kopieën van Griekse originele: Zeus, Afrodite, Tykne, Athena, Nemesis, Itygieia, maar ook de beroemde Hermes die zijn sandaal vastmaakt en Artemis/Diana, Romeinse kopieën waarvan ik  in het Louvre al een versie heb zien staan.

Verderop kom ik de Romeinse keizers tegen: Trajanus, Hadrianus en Septimius Severus, ook uit de 2de-3de eeuw.

Daarachter, in de groenmarmeren zaal, sta ik plots oog in oog met een reuzenbeeld van Alexander de Grote. Nee maar, als ik me daaraan verwachtte! Dit is ook uit Perge afkomstig met de overblijfselen van een tempel met prachtige friezen. Ik bedenk dat ik toch zelf eens een kijkje in Perge zal moeten gaan nemen – wat ik een paar jaar later ook doe. Helemaal achteraan is een zaal voorbehouden aan een rijke selectie sarcofagen, waarvan er twee bijzondere exemplaren uit de 2de eeuw geweid zijn aan Heracles. Het zijpaneel van een hiervan is onlangs door het Getty Museum terug geschonken. Ja, er zal wel eens iets op de zwarte antiekmarkt verdwijnen want er is ook zoveel kunst en zo weinig toezicht bij de opgravingen. Ook de sarcofaag van Domitias Julianus en Domitias Philiska is heel bijzonder en doet denken aan de Etrusken zoals beide marmeren figuren op de deksel geportretteerd zijn. Ik kan mijn geluk niet op en ben ontzettend blij dit allemaal gezien te hebben, dan moeten de etnografische afdeling en de muntencollectie er maar bij inschieten.                           

Tussen de sarcofagen zoek ik nu ook naar die ene die deel uitmaakte van de Lyciarch Mausoleum uit Olympos, dat ik daar gezien heb. Op de deksel hoort een echtpaar aan een banket aan te liggen, maar ik kan hem niet vinden – misschien in de opslagruimte?

Ook bekijk ik de stukken uit de Tempel uit Limyra waarvan de beste delen hier onderdak gevonden hebben, samen met die ene bijzondere kariatide van het Heroon dat voor de Lycische Koning Pericles in de 4de eeuw v.C. opgericht werd. Het een vult zo het ander steeds meer aan.
                                   
Het klapstuk is en blijft onvermijdelijk de zaal waar Alexander de Grote staat, nu vergezeld van een reuze Hermes – die ik blijkbaar over het hoofd heb gezien. Wat wil je, als ik tegenover Alexander sta zinkt de rest van de wereld in het niet hé? Ook bekijk ik nu heel bewust het beeld van Plancia Magna, demiurg van Perge (letterlijk, werker in dienst van het volk, een soort gouverneur dus), dat rond 120 n.C. op een ereplaats binnen de Hellenistische stadspoort van die stad geplaatst werd. Het voetstuk staat trouwens nog in situ. Zo geëmancipeerd waren ze toen toch wel hé? Nou ja, deze Plancia Magna was ook nog eens priesteres van Artemis en van de Moeder der Goden.
                                   
Even bijkomen op het uitnodigende terras op het binnenplein met thee en water. Daarna loop ik nog even door de aanpalende tuin waar stukken liggen die net niet waardevol genoeg zijn om binnen een plaatsje te krijgen blijkbaar. Ik verbaas me wel over de collectie reuzenamforen die in de gaanderij rond het museum opgesteld staan want er zijn er zoveel die nog helemaal puntje gaaf zijn! Niet te geloven hoor!